Een babbel met de Kazou kookploeg

  • Posted on: 22 July 2022
  • By: vrijwilliger

Werner en Veerle uit Drongen gaan al 11 jaar mee met KAZOU maar komen het liefst van al naar De Kleppe

Veerle is thuiswerkende moeder met heel wat engagementen als vrijwilliger. Ze zet zich in tegen kansarmoede en helpt bij ‘Kind en Preventie’ (de weging van Kind en gezin). Werner is halftijds psychiatrisch verpleegkundige en opvoeder. Daarnaast vervult hij een pastorale taak in het bisdom als diaken. Ze hebben de voorbije week op De Kleppe gekookt voor zo’n 40 man, gasten en begeleiders van KAZOU.


Werner: Het is ons 4de jaar hier op De Kleppe, maar in totaal 11 jaar met KAZOU. Daarvoor hebben we ook andere kampen gedaan zoals de wereldjongerendagen, misdienaarsbedevaarten. We doen dit al sinds 2010. We hebben kampen gedaan in Engeland, in Marokko. We hebben overal al gezeten. Volgend jaar doe ik de wereldjongerendagen mee in Lissabon. Dan zijn die met wel honderdduizenden jongeren. Dat zijn stromen van over heel de wereld, jongeren die zingen, zwaaien met hun vlaggen, allemaal gelovigen. Dan gaan we met een grote logistieke ploeg van wel 15 man.


Veerle: Voor mij is dat wat te druk, ik denk dat ik niet meega. Een voorkamp voor de voorbereidingen zou ik nog wel zien zitten. Maar hier in De Kleppe komen wij zeer graag. Eigenlijk hebben wij in november – wanneer de vakanties net bekend werden gemaakt – al gezegd: “Wij gaan weer naar Everbeek.” We wisten nog niet eens welke groep en welke moni’s het zouden worden. Het was gewoon… Wij willen naar daar! ‘t Is hier een zeer leuke plaats. Dat is hier voor ons ook vakantie.


Werner: Het voordeel hier in Everbeek is dat de keuken gewoon de max is. Dat is een superkeuken. We krijgen iedere keer een koffer mee van KAZOU zelf, maar wij hebben die hier niet nodig. We hebben hier alles. Alle apparaten zijn aanwezig en helemaal in orde. En er is hier nooit iets te veel gevraagd aan de mensen die hier werken. Als er iets is, mogen we dat altijd laten weten. In ‘t begin waren hier bijvoorbeeld enkel broze glazen… hoeveel hebben we er niet gebroken? Tot we eens zeiden: “Er bestaan zo ook bekertjes hé… “ en wat staat er hier ondertussen? Bekertjes! We mogen echt tips geven.


Veerle: Nu hebben we bijvoorbeeld gezegd dat de rasp bot is en dat het misschien tijd is om eens een nieuwe te kopen. Tom antwoordde: “We gaan dat bekijken, ik pak dat mee naar de vergadering.”
De samenwerking hier met de vrijwilligers is zo goed, met Frieda bijvoorbeeld klikte dat meteen. We hebben al menu’s uitgewisseld en we brengen eens iets voor elkaar mee. Dat is een supermadam. Maar die mevrouw op de administratie is ook een lieve hoor, alleen ken ik die niet zo goed. We komen zeer graag naar hier. We kijken al terug uit naar november om hier opnieuw te kunnen reserveren.

De keuken is hier gewoon ‘de max’!



Hoe zijn jullie bij KAZOU terecht gekomen?
We zijn via vrienden bij KAZOU geraakt in Aalst omdat ze daar volk tekort hadden. Ze vroegen of we niet wilden meegaan met de technische ploeg. De technische ploeg, dat omvat eigenlijk wel veel hoor; naar de apotheek gaan, boodschappen doen, ontbijt, middagmaal, snack, avondmaal en een vijfde maaltijd voor de moni’s. Wanneer alle gasten in bed zijn en na hun vergadering, tegen 10 à 11u lusten ze nog wel een hapje. Afhankelijk van wat we tot onze beschikking hebben, is dat soms een pannenkoek, een friteuse-snack, een pizza, popcorn,…


Je verwent ze echt.
Ja zeker, de technische ploeg heeft de bedoeling om de moni’s goed te verwennen zodat zij goed kunnen instaan voor de gasten. Wij moeten met de gasten op zich niets doen maar de moni’s moeten goed kunnen functioneren, dag en nacht. ’s Morgens starten wij al wat vroeger en wij geven die moni’s al wat - een potje koffie met een koek, een appel of een tas chocomelk – vooraleer ze de gasten oproepen, zodat ze daar niet met slappe benen staan en ze goed aan de verzorging kunnen beginnen. Dan doen zij de verzorging en wij starten dan met onze keuken en tegen 8u à half negen komen ze ontbijten. Dan zetten wij hier een buffetje. Dat is niet zomaar een boterham met confituur. Er staat van alles en nog wat, ze kunnen kiezen. Voor ons is vakantie op ’t gemak ontbijten. We willen hen echt dat vakantiegevoel geven.


En hebben jullie dan contact met de gasten zelf of alleen met de monitoren?
We hebben wel wat contact met de gasten ook.

Dat is hier voor ons ook vakantie



En hoe loopt dat? Weten ze dan dat jullie voor hen zorgen?
Ze kennen ons al. Er zijn gasten die we al regelmatig gezien hebben.


En zeggen ze soms eens “bedankt voor het eten”?
Veerle: Ja, toch wel. Of je hoort dat rondgaan, zo van “Veerle heeft lekker eten gemaakt of Werner heeft dit gedaan.” Je hoort dat dan zo via via. Ze zeggen dat niet zo vaak tegen ons persoonlijk.
Werner: Maar er was zo een gast die anders bijna niet spreekt en hij kwam bij mij om zijn bord weg te zetten en hij fluisterde zachtjes : “Bedankt, ’t was lekker”, zo stillekes. Dat doet natuurlijk wel deugd.
Veerle: Ik vind dat superleuk.
Werner: We nemen ook niet zomaar eender welke kamppost met de jeugdbeweging.
Veerle: Wij maken bewust de keuze om mee te gaan met JOMBA. JOMBA staat voor ‘jongeren met bijzondere aandacht’. Dat is een afdeling binnen KAZOU voor gasten die wat meer zorg nodig hebben.
Werner: Er zijn ook groepen met ASS, bedplassers, kindjes met overgewicht,… allemaal gasten die meer zorg nodig hebben en niet aan een gewoon kamp kunnen deelnemen. Een regulier kamp zien wij niet zitten. Je hebt dan minder contact met de gasten, die zijn ook hele dagen op uitstap.
Veerle: Ik denk dat wij 30 à 40 jaar te vroeg geboren zijn. Ik had ook moni willen zijn.
Werner: Maar vroeger waren wij allebei heel beschaamd, ik weet niet of ik dat wel zou gedurfd hebben.



Maar nu horen jullie wel bij het team van de moni’s?
Veerle: Ja, we horen er echt bij. Er is zo’n moni-spel en ze vinden dat dan normaal dat wij meespelen.
Werner: Straks is het hier festival en K3 komt (zogezegd). We verkleden ons, met een zotte muts op ons hoofd en staan daar te dansen. We doen gewoon aan alles mee. Ze hebben dat graag.
Veerle: Alle moni’s hebben van de vakantieverantwoordelijke een naam in SMOG gekregen en wij hebben er ook één. (Ze combineert de gebaren ‘kom’ en ‘luisteren’.) Ik zeg altijd: “Ik ben niet nieuwsgierig maar ik weet graag alles… dus… kom mij maar iets vertellen.”
Werner(maakt de gebaren ‘schouder’, ‘huilen’ en ‘knuffel’): Ze kunnen op mijn schouder komen uithuilen en ik zal ze dan eens goed vastpakken, een welgemeende knuffel geven.
Veerle: We willen er echt zijn voor de moni’s. Persoonlijk vind ik ook dat het leuk is om als oudere mee te gaan. We zijn zo een beetje oma en opa. We kunnen hen helpen relativeren.
Werner: Maar ik verschiet ervan hoe we altijd meteen aanvaard worden door die jonge gasten. Die maken daar geen spel van.



Dat houdt jullie jong…
Werner: ’s Morgens is ’t altijd wel even moeilijk. Ze weten dat we ’s avonds na de vijfde maaltijd gaan slapen, zo tussen 11 en 12. Hoe lang zij nog op blijven, moeten ze zelf weten, ze zijn nog jong hé. Maar ’s morgens staan de vuile glazen altijd netjes samen. Alles is opgeruimd. Dat is een vorm van respect naar ons toe.
Veerle: We zouden het wel zeggen als het niet oké zou zijn, maar ze weten dat al, dat wordt wel doorgezegd.
Werner: Ze mogen ook veel vragen aan ons hé.
Veerle: Deze week wilden ze bijvoorbeeld plots cupcakes bakken en we hebben hen dan kunnen helpen met onze eigen voorraad. Dat is helemaal goed gekomen. Er was ook een gast die doodmoe was en ze wilden hem wat langer laten slapen. De moni’s vroegen ons of we iets van eten opzij wilden zetten. Op sommige kampen is het ontbijt van 8 tot 9u en is daarbuiten niets mogelijk. Hier was er nu één van de gasten die geslapen heeft tot 11u en die kon gerust nog iets eten bij ons.
Werner: De was en de plas doen wij hier ook als er een ongelukje gebeurt. Ze hebben bijvoorbeeld slechts één pyjama mee en hij is nat geworden, dan steken wij die snel in de was. Maar we doen dat enkel als het echt nodig is.
Jullie taken gaan dus wel veel breder dan alleen maar koken. Jullie geven zowel logistieke als psychische steun.
Veerle: Dat is onze eigen keuze. Ik heb een collega in de kookles die ook met KAZOU meegaat om te koken. Die gaat mee met reguliere kampen en zorgt voor ontbijt en picknick en dan vertrekt ze zelf op uitstap. Dit hier zoals wij het doen, zou ze niet zien zitten. Wij kiezen niet voor uitstappen. Wanneer de gasten eens weg zijn, dan blijven wij hier en zorgen wij voor een uitgebreider maaltijd ’s avonds. Gisteren was het bijvoorbeeld koud buffet.
Werner: We hebben ook al een barbecue gedaan. Dan komen ze terug van uitstap en is het hier echt feest. We kunnen ook alles op ’t gemak klaar zetten, op een veilige manier zonder dat ze hier rondlopen. Zo zijn wij… We zijn wel moe maar zeer voldaan. Dat is altijd maar geven, maar wat je terug krijgt is 1000 keer groter.

Wij zaaien liefde



Het is hier al bijna afgelopen…
Veerle: Ja, vandaag de laatste volle dag. Morgen is het ontbijten en naar huis. We moeten ons dan echt haasten want er moet meteen gepoetst worden voor de volgende groep arriveert.
Werner: Dat is hier dan precies de vlucht naar Egypte, heel gehaast en chaotisch.



Wat doe je dan volgende week? Een beetje uitrusten?
Werner: Ze hebben mij al gebeld om zondag in te springen in ’t ziekenhuis. Daarna gaan we enkel dagen bekomen, de was en de plas, de tuin bekijken. En volgende vrijdag vertrekken we opnieuw met KAZOU, dan gaan we naar Bredene.
Veerle: Als die gasten ons bellen en ons vragen of we niet mee willen gaan, kunnen wij geen ‘neen’ zeggen. ’t Is wel kort na elkaar, maar ja…
Werner: Ze zeggen dikwijls dat er niet veel meer in de jeugd zit, maar dat is echt niet waar. Wat wij hier zien gebeuren aan kleine eenvoudige en schone dingen… ik denk dat we dat vooral moeten ondersteunen. Je moet zoiets eerst durven zien en dan moet je dat waarderen en ondersteunen met een schouderklopje, bemoedigen en daarna moet je daarover vertellen. Je moet voortvertellen wat voor moois je gezien hebt. Ik denk dat dat een belangrijke taak is voor ons. Er zijn zo veel schone zaken aan de jeugd. We zien dikwijls dat ze dan nadien in hun beroepsleven in de sociale sector blijven. Ze zoeken daar verder hun weg in, een stuk uit hun engagement dat ze meekregen als monitor. Dat is zo schoon. Wij moeten alleen maar zaaien.



En wat zaaien jullie dan?
Werner: We moeten ze laten voelen dat we ze graag zien. We zaaien liefde. En de rest gebeurt vanzelf.